Hubert de Vries

 

Het Staatswapen van de Nederlanden

NEDERLAND

I. DE LAGE LANDEN

III. HET KONINKRIJK

 II.  DE REPUBLIEK

 

 

DE REPUBLIEK DER ZEVEN VERENIGDE NEDERLANDEN

 

ONDER HET BOURGONDISCHE EN HABSBURGSE BEWIND WAS HET ZONNEKLAAR DOOR WIE de positie van de vorst werd bekleed. Dit waren de vorsten uit het Bourgondische, resp. Habsburgse Huis dus achtereenvolgens Filips de Goede, Karel de Stoute, Maria de Rijke, Filips de Schone, Karel V en Filips II.

Na de afzwering van Filips II was het probleem wie de positie van de vorst zou gaan innemen. Nog in 1581 vervulden de Staten Generaal deze functie ad interim en uit deze tijd is een wapen van de interimsregering bekend waarop de leeuw van de Staten Generaal staat. Een korte tijd (1582-’83) vervulde de Franse prins Filips van Anjou deze functie en zijn vorstelijk wapen als Heer der Nederlanden bestaat, volgens het Bourgondische sjabloon, uit een kwartilering van zijn dynastieke wapen enerzijds en de wapens van de Nederlandse gewesten anderzijds, gedekt met een Franse hertogelijke kroon en omgeven door de keten van de Orde van St. Michael.

Een staatswapen uit deze periode dat bestaat uit het vorstelijke wapen gehouden door leeuwen is niet bekend. In feite werden de staatstaken dan ook niet door een vorstelijke regering uitgeoefend maar door de Staten Generaal en de Raad van State. Hiervan was het symbool een bundel pijlen die gehouden werd door slechts één leeuw die gewapend was met een zwaard. De bundel pijlen wordt ook wel beschouwd als het rijkssymbool waarin de 17 Habsburgse gewesten ieder door één pijl worden gesymboliseerd. De zgn Nederlandse Leeuw kan aldus beschouwd worden als het staatssymbool in de tijd direct na de afzwering en symboliseert dan nog een aan de koninklijke regering ondergeschikt bestuurlijk orgaan.

Nadat het zoeken naar een nieuwe vorst door de Staten Generaal aan het eind van de 16e eeuw was gestaakt bleef de Raad van State over als laatste vertegenwoordiger van het vorstelijk gezag. Het regeringsbeleid werd echter uitgevoerd door de Staten Generaal en was dus geen functie van de Raad van State. Er is daarom ook geen wapencompositie waarin het wapen van de Raad van State (een gekroond schild met een pijlbundel) wordt gehouden door schildhouders Het staatsorgaan was tegelijkertijd nog steeds de Staten Generaal waarvan de leeuw met de pijlen het symbool was en het wapen dezelfde leeuw geplaatst op een gouden schild.

Waar de Staten Generaal werden beschouwd als het uitvoerende orgaan van de souvereine provincies gezamenlijk, en dus een functie was van de Verenigde Provincies, lag het ook in de rede om het rijkswapen, dat in de periode 1586-1596 bestond uit de wapens van de provincies gezamenlijk, als uitgangspunt te nemen voor het wapen van de Staten Generaal, alias het staatswapen van de Verenigde Provincies.

Rond 1600 verschijnt een staatswapen dat aan de nieuwe situatie aangepast. Het schild met de leeuw met het zwaard en de pijlen kwam te vervallen en werd vervangen door een kwartilering van de wapens van de gewesten, gedekt met een  vorstenkroon en gehouden door twee leeuwen, ieder met een bundel pijlen die dus kon gelden als het symbool van de gewesten gezamenlijk ofwel als het rijkssymbool.

 

 

1600. Staatswapen van de Vereningde Provincies

Wapen: 1/7: 1. Gelre, 2. Holland; 3. Zeeland; 4. Utrecht; 5. Friesland; 6. Overijssel; 7. Groningen.

Kroon: Een kroon met drie fleurons, twee parelgroepjes van 3 en 4 parels.

Schildhouders: Twee leeuwen, in één van hun voorklauwen een bundel van zeven pijlen.

* Het schild gevat in een lauwerkrans  [1]

 

Deze configuratie bevredigde blijkbaar toch niet want rond 1629 verscheen een nieuw staatswapen. Dit bestaat uit het wapen van de Staten Generaal, gedekt met een koninklijke kroon en gehouden door twee leeuwen. Hierin neemt het wapen van de Staten Generaal die ook daadwerkelijke het bewind van de Republiek uitvoerde, de plaats van het symbool van de vorst i.c. de symbolen van de provincies, in. Tegelijkertijd eiste de Staten Generaal ook de status van regering op koninklijk niveau  op door het wapen met een koninklijke kroon te dekken. De nieuwe configuratie komt vanaf het begin van het Twaalfjarig Bestand officieel voor op een gedenk- en beloningspenning van de Staten Generaal uit 1629. Op het schild staat een met twee beugels geslo­ten kroon zoals die vanaf het begin van de regering van Filips II in Spanje als koninklijke kroon werd gebruikt. [2]

 

 

1629 Zgn. Ambassadeurspenning met het wapen van de Staten Generaal gehouden door twee gekroonde leeuwen en gedekt met een koninklijke kroon. 

Foto Rijksmuseum Amsterdam Inv. Nr. NG-VG-1-583.

 

Wapen: Goud, een rode gekroonde leeuw met zwaard en pijlen.

Kroon: Een koninklijke kroon met vijf fleurons, vier parels en drie beugels gevoerd met een purperen muts.

Schildhouders: Twee gekroonde leeuwen in de natuurlijke kleuren.

D.: concordia res parvæ crescunt.

Op de keerzijde de wapens van de provincies verbonden door een lint.

 

Deze wapencompositie bestaat dus uit een wapen waarop het symbool van de Nederlanden zoals dat in de Habsburgse tijd was ontwikkeld staat, waaraan een koninklijke kroon was toegevoegd en dat werd gehouden door twee leeuwen zoals het wapen van de souverein reeds vanaf hertog Filips de Goede steeds door twee leeuwen werd  gehouden.

De reden voor de veranderingen moeten we misschien zoeken in de bevoegdheden van de Staten Generaal op het gebied van de buitenlandse politiek en de defensie en die haar noodzaakten om naar buiten toe als een éénheid op te treden. Zo kan de reden van het gebruik van het wapen van de Staten Generaal een diplomatieke geweest zijn omdat onderhandelingen met het buitenland uiteraard niet door de gewesten afzonderlijk werden gevoerd. Van belang was dat

de souvereiniteit van de Republiek door Frankrijk en Engeland en tenslotte ook door de aartshertogen in de Zuidelijke Nederlanden werd erkend.

Het staatswapen van de Republiek met de uiterlijke versierselen van de souvereiniteit en rang, gaf deze erkenning die door de Staten Generaal was afgedwongen, gestalte.

 

(Foto H.d.V. 2005). 

Wapencompositie van de Staten Generaal aan het Kruithuis in Delft, 1660.

Wapen.: Rood, een gouden gekroonde leeuw met zwaard en pijlbundel

Kroon: Een kroon met drie beugels en vijf fleurons

Schildhouders: Twee gekroonde leeuwen

Het wapen in deze kleurstelling is bekend vanaf ca. 1668 en de huidige beschildering is dus een aanpassing aan de situatie na die tijd. Niet lang geleden was het wapen nog in de oorspronkelijke kleuren beschilderd.

 

Van de wapencompositie van de Republiek zijn meerdere versies bewaard gebleven die behalve op munten en penningen ook op overheidsgebouwen te vinden zijn. Rond het midden van de 17e eeuw blijkt dat de kleurstelling van het wapen, oorspronkelijk een rode leeuw op een gouden veld, is omgedraaid en dat vanaf die tijd het veld van het wapen rood is en de leeuw met de pijlen goud. De precieze datum van de kleuromwisseling is niet bekend omdat hierover geen besluiten  van de Staten Generaal of een ander wetgevend lichaam zijn gevonden. Deze datum zal ook wel niet gevonden worden maar het is toch mogelijk om de periode waarin de kleuromwisseling moet hebben plaatsgevonden nauwkeuriger te bepalen dan tot nu toe. Uit de heraldische versiering van het vlaggeschip van de Republiek, de 7 Provinciën blijkt dat deze omwisseling rond 1668 heeft plaatsgevonden.  [3] 

 

 

Abraham Stork: Wapencompositie op de spiegel van de 7 Provinciën, ANNO 1665 (detail)

Foto: National Maritime Museum, Greenwich (U.K.) (inv. nr. BHCo286).

 

Aan het eind van de 17e eeuw werd de wapencompositie uitgebreid met de wapenspreuk CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT, de wapenspreuk die al sinds het eind van de 16e eeuw de spreuk van de Staten Generaal was. De wapencompositie met spreuk werd in 1698 door Daniel Marot aangebracht boven het oostelijke schoorsteenstuk, dat de Nederlandse Maagd voorstelde, in de door hem verbouwde Trèveszaal. Als spoedig werd  deze wapencompositie daar vervangen door het beeldhouwwerk dat nu nog boven de schoorsteen is te vinden en kwam het oorspronkelijke beeldhouwwerk terecht boven de ingang van de Trèveszaal aan het eind van de galerij. [4]

 

Wapencompositie van de Staten Generaal in 1697.

Zoals op de onderste lijst  van „ Afbeelding  van de groote nieuwe Audiencie zaal waar de Heeren Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden  de Ambassadeurs ontfangen in den Hage. (Geexecuteurt op de tekening van D. Marot)”. In de bovenste lijst de wapencomposities  van de provincies. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)

 

Het Tweede Stadhouderloze Tijdperk 1702 - 1747

 

Na de dood van Koning Stadhouder Willem III bleef het ambt van Kapitein - Admiraal Generaal dat steeds door de stadhouders was bekleed, lange tijd onvervult. In deze periode werd het bevel over de zeemacht gevoerd door een luitenant-admiraal en berustte het opperbevel over het leger, indien nodig, bij een veldmaarschalk. In deze situatie berustten zowel het landsbestuur als het opperbevel over de strijdkrachten bij de Staten Generaal. Om aan deze figuratie in heraldische zin uitdrukking te geven werd, althans binnenskamers, dat is op het Binnenhof, de wapencompositie van de Staten Generaal met een trofee uitgebreid. Hierin zijn de symbolen te vinden van de gewapende macht: de landstrijdkrachten (vaandels, trommels, een kanon, geweren, en sabels), alsmede van de zeestrijdkrachten in de vorm van een anker. Politie en justitie (eveneens behorend tot de gewapende macht) zijn vertegenwoordigd door een lictorenbundel en een weegschaal.De uitgebreide wapencompositie komt in zijn oudste vorm voor op een barometer uit 1709 die in de vergaderzaal van de Staten Generaal heeft gehangen. Hierop is de trofee aanmerkelijk kleiner dan in een latere versie uit het midden van de 18e eeuw zoals op de hieronder afgebeelde rugleuning van een zetel uit de inventaris van het Binnenhof. Op de barometer staan ook de wapens van de zeven gewesten bij wie de souvereiniteit berustte.

 

Barometer van Nicolaas Lanckamp uit de Vergaderzaal van de Staten Generaal.

(Rijksmuseum Amsterdam  inv. nr. N.M. 3440)

 

Wapencompositie van de Staten Generaal met kroon met drie beugels, wapenspreuk en trofee. De wapens van de provincies bevinden zich in de lijst.

 

Foto Instituut Collectie Nederland

Wapencompositie van de Staten Generaal tijdens het 2e Stadhouderloze Tijdperk.

Borduurwerk op de rug van een stoel, thans bij de Raad van State,

Instituut Collectie Nederland  inv. nr. R 12862. (vóór restrauratie). [5]

De ter weerszijden van het wapenschild uitkomende leeuwen zijn kenmerkend voor het begin van de 18e eeuw. De kroon met vijf beugels werd rond het midden van de eeuw geintroduceerd zodat het borduurwerk waarschijnlijk uit de laatste jaren van het 2e Stadhouderloze Tijdperk dateert. Een vrijwel identieke kroon staat op het wapen van de Staten Generaal op vaandels uit 1786-‘87. [6]

 

DE BATAAFSCHE REPUBLIEK

 

IN 1795 WERD WILLEM V OP 16 FEBRUARI  UIT ZIJN AMBT GEZET.  OP 25 SEPTEMBER werd een nieuw ontwerp voor de oorlogsvlag aangeboden dat op 14 februari 1796 werd aangenomen en op 1 maart daadwerkelijk werd ingevoerd. In de broektop van deze vlag bevindt zich een geheel nieuwe wapencompositie die met allerlei heraldische tradities en regels breekt.

In de korte periode tussen februari en september van 1795 moet toch het oude staatswapen van de Republiek nog zijn gehandhaafd. Dat is ten minste af te leiden uit een groot wapenrelief dat in 1795 nog aan de gevel van het arsenaal in Dordrecht, gelegen op Houttuinen 32 werd aangebracht. Dit stelt het wapen van de Staten Generaal voor met kroon en schildhouders en omgeven door een band met de wapenspreuk zoals die al enige tijd rondom het wapen van de Staten Generaal te vinden was.

Het wapentuig dat het wapen omgeeft, maar waaraan het anker ontbreekt zou er op kunnen duiden dat deze wapencompositie vooral was bedoeld voor gebruik door de landstrijdkrachten, hetgeen ook wordt gesuggereerd door de plaats waar het is aangebracht.

 

Foto H.d.V. 2004

Wapencompositie van de Republiek, Dordrecht, Arsenaal. 1795

 

Het besluit van 25 september 1795 waarmee de nieuwe vlag met in de broektop het nieuwe staatswapen werd ingevoerd is genoegzaam bekend en wordt uitvoerig geciteerd door Van der Laars. [7] Dat het om een staatswapen gaat wordt pas duidelijk wanneer de ouderwetse manier van blazoeneren wordt gevolgd met voorbijgaan van de beschrijving in het besluit. Deze luidt dan: „Wapen: Rood, een gouden roedenbundel omwikkeld met rood-wit-blauwe linten. Schildhouders: de Nederlandse Leeuw en de Nederlandse Maagd, beide in de natuurlijke kleuren, alles geplaatst op een groene grasgrond.” Het is hierbij dus opvallend dat niet gekozen is voor de pijlbundel als symbool van de Unie, noch voor het wapen van de Staten Generaal, maar voor de roedenbundel als symbool van het republikeinse gezag.

 

Het staatswapen van 1 maart 1796, in gebruik op de oorlogsvlag tot 4 juli 1806

Ontwerp van Dirk Langendijk (1796). Coll. Rijksmuseum, Amsterdam

 

Wat nu precies de status van dit staatswapen was is inmiddels toch nog niet geheel duidelijk. In ieder geval werd het door de Marine tot 1806 gebruikt. [8] Hetzelfde kanton stond ook op de vlag van de Nationale Vergadering in de broektop van een verder zwart doek. Van deze vlag, die in de grote mast werd gehesen (en dus op de plaats van de vlag van de souverein) is nog een exemplaar in het Marinemuseum in Den Helder te vinden. [9] Het wapenschild zelf werd in ieder geval ook na de staatsregeling van 1798 nog gebruikt. Na 1802 lijkt ook het aloude staatswapen met het wapen van de Staten Generaal, de kroon, en de wapenspreuk maar zonder de schildhouders weer in gebruik genomen te zijn.

 

De betreffende besluiten daarover van 12 en 15 april 1802 zijn daarover niet eensluidend waar zij enerzijds bepalen dat

het wapen dezer Republiek zal bestaan in eenen staanden gouden leeuw op een rood veld, dragende ene gouden kroon op het hoofd en houdende in deszelfs Rechter Klaauw een zilver opgeheven Zwaard en in deszelfs Linker Klaauw enen bundel zilveren pijlen van een vrij talrijk doch onbepaald getal, en houdende wijders tot om­schrift de woorden Concordia Res Parvae Crescunt.[10]

maar anderzijds

zullende ‘s Lands Wapen als nu bestaan in een Roode Leeuw op een goud veld met een kroon daar boven, houdende in de eene poot een opgeheven zwaard, en in de andere een bundel pylen, [11]

Opmerkelijk hieraan is dat de kleuren van het wapen uit de 16e en 17e eeuw werden hersteld.[12]

 

Een en ander zou kunnen betekenen dat een onderscheid werd gemaakt tussen het wapen van de Wetgevende Vergadering dat het eerstegenoemde wapen ‘van de Republiek’ (Res Publica = Publieke Zaak) zou voeren, en het Rijkswapen (’s Lands wapen) dat op het Nationaal Zegel zou staan en het wapen van het souvereine “Bataafsche Volk” zou moeten zijn. Van dit tweede wapen zijn geen afbeeldingen in kleur bekend.

 

ð Het eerste wapen is aan te treffen op een bewaard gebleven borduurwerk op de rugleuning van de zetels van de Staatsraad zoals voorzien bij de staatsregeling van 1798, het Uitvoerend Bewind van 1801 en de Staatsraad zoals voorzien in de staatsregeling van 1805. [13]  Deze bestonden uit tenminste vier en ten hoogste zes leden. Deze zetels van de leden van deze bestuurslichamen, zes in getal, bevinden zich thans in het Kabinet van de Koningin in Den Haag.

Foto Instituut Collectie Nederland

Borduurwerk op de rugleuning van de zetels van de Secretarissen van Staat, 1801 - 1806.

(Instituut Collectie Nederland  inv. nr. R5696-A)[14]

 

Het wapen is rond met daarop de Nederlandse leeuw met kroon, zwaard en pijlbundel. Het is gekroond met een kroon van vijf beugels en omgeven door een bloemguirlande.  Het devies CONCORDIA RES PARVÆ CRSCUNT op een in kwasten eindigend lint

 

ð Het borduursel is niet met zekerheid te dateren. De stoelen zelf dateren uit rond 1770 en het borduursel kan dus ook uit die tijd stammen. Voor een latere datering pleit de vorm van de kroon die in deze afgeplatte vorm ook wel voorkomt in de tijd van Lodewijk Napoleon. De vorm van het schild weerspiegelt de voorkeur voor een schild dat juist niet doet denken aan een heraldisch schild maar meer een neutraal vlak is waarop een symbool is aangebracht. Zo verliet men ook voor het wapen van de opperbevelhebber en de wapencompositie van de Marine in die tijd ook het gangbare accoladeschild en verving het door een ovaal. De guirlande laat het symbool daarbij nog verder afwijken van het voordien gangbare heraldische wapen.  Bij het ontwerp moet in gedachten gehouden zijn dat „De provisioneele Representanten van het Volk van Holland” in 1795 een decreet hadden uitgevaardigd  waarbij het voeren van wapens werd afgeschaft als zijnde strijdig met de rechten van „Mensch en Burger”. Deze bepaling was juist na de staatsgreep van 22 januari 1798 serieus uitgevoerd. [15] Het herstel van het wapen met de Nederlandse leeuw dat bij de besluiten van 12 en 16 april 1802 was hersteld was dus al een teken van de restauratie van de oude verhoudingen en een uitdaging aan degenen die de omwentelingen van de afgelopen jaren hadden gesteund.

De vorm van het wapen moet dus een tegemoetkoming zijn geweest aan de gevoeligheden op dat punt van de patriotten. Overigens werd hierbij ook aangesloten op wat eerder in de 1e Franse Republiek en in 1790 in de Zuidelijke Nederlanden te zien was geweest.

Hoe lang deze stoelen zijn gebruikt is inmiddels een vraag. Officieel kan het wapen niet veel langer dan tot 1815 zijn gebruikt, het jaar waarin een nieuw wapen werd vastgesteld.

 

Dit staatswapen verdween mogelijk zelfs nog niet in 1806 want voor een nieuw staatswapen werden wel ontwerpen gemaakt maar deze werden niet uitgevoerd. In plaats daarvan kwam het koninklijk wapen dat gold voor alle staatsorganen.

 

 

Terug naar de Startpagina

 

 

© Hubert de Vries 2006-09-18

Updated 2008-10-21 / 2009-11-25 / 2011-11-20 / 2014-05-28

 

 



[1]  De Slag bij Nieuwpoort op 2 juli 1600. Gravure uit 1602 van Floris Balthasar (1562 ca - 1616). Atlas van  Stolk nr. 1084. U.B.Leiden COLLBN 009-14-004.

[2] Loon, Gerard van, op.cit. Dl. II, p. 52-53. Welke kroon er nu precies gevoerd moest worden bleef lange tijd een date Het was duidelijk dat de Staten Generaal zich in 1609 met deze wapencompo­sitie de koninklijke waardigheid had aangemeten. In 1645, bij de voorberei­dingen voor de vredesbesprekingen van Munster deed zich wederom het probleem voor hoe de Staten zich naar buiten toe moesten presenteren. Het best vond men nog een kroon die het midden zou houden tussen een koninklijke kroon en een hertogelijke. In een in 1645 gevoerde correspondentie tussen de staatse ambassadeurs kwam men er ook niet uit. Zie hiervoor: Pauw, M.I.: Aantekeningen betreffende het Wapen door de Ambassadeurs der Republiek naar Munster te voeren. In: De Nederlandsche Heraut, Jrg. 7, 1891, pp. 63-72. Zodoende bleef alles bij het oude nl. bleef de wapencompositie gevoerd zoals op de penningen van 1629 die in overeenkomstige vorm sinds 1628 ook op de ambassadeurspenningen stond. Voor deze laatste penningen zie: Meyer, H.G. c.s.: Orders and Decorations of the Netherlands, pp. 18-19. 

[3]  Vries, H.P. de: De 7 Provinciën. In:  Heraldisch Tijdschrift, 2005, pp. 86-93.

[4]  Goudeau, Joh. P.M. : Van Kwartier van Hun Hoogmogenden tot Ministerie van Algemene Zaken, Kabinet van de Minster President. ´s Gravenhage, 1980. I.h.b. pp. 68 e.v. Hierin ook afbeeldingen van de huidige wapencomposities in de Trèveszaal: De Wapenschilden pp. 100 - 103.

[5]  Met dank aan het Instituut Collectie Nederland.

[6]  Brandhof, Marijke van den: Vlaggen, vaandels & standaarden van het Rijksmuseum. Amsterdam, 1977. Rijksmuseum Amsterdam inv. nrs NM 1931 & NM 1947. Vaandels met aan twee zijden de wapencompositie van de Staten Generaal.

[7]  Laars, T. van der: Wapens, Vlaggen en Zegels van Nederland. Amsterdam, 1913. Pp. 125-127.

[8]  Treu, H.A.: De Nederlandse Vlag en de Nederlandse Koninklijke Vlaggen. In: Nasporingen en Studiën op het Gebied der Krijgsgeschiedenis. 63e en 64e jaarverslag van de Sectie Krijgsgeschiedenis der Koninklijke Landmacht.

[9]  Marinemuseum Den Helder, inv. nr. E/005/177. Zie ook:  http://www.maritiemdigitaal.nl/

[10] Besluit van 12 april 1802   95/23

[11] Binnenlandsche Bataafsche Courant, Saturdag den 17 April, A° 1802, N° 47.: Besluit Wetgeevend Lighaam, Zitting van Donderdag den 15. April:

“Voorts bragt de President in deliberatie de navolgende ingekomen Missives van het Staats Bewind, als: [...]

Eene, houdende een voordragt tot het invoeren van een nieuw Nationaal Zegel, zullende ‘s Lands Wapen als nu bestaan in een Roode Leeuw op een goud veld met een kroon daar boven, houdende in de eene poot een opgeheven zwaard, en in de andere een bundel pylen, welk wapen nu reeds zou kunnne worden gebruikt by de ratificatie van het te Amiens geslooten Vreedes Tractaat: en wordt alzo gecloncludeerd”

[12] Een verklaring zou kunnen worden gevonden in de verslagen van de Wetgevende Vergadering.

[13] De Staatsregeling van 1798 bepaalde in Art. 139: La loi determine les fonctions des ministres et leur nombre, qui doit être de quatre au moins, de six au plus. In 1801 waren er zes leden van het Uitvoerend bewind die tesamen de staatsregeling van 1801 opstelden. In deze staatsregeling werd in Art. 31 voorzien in vijf departementen van het staatsbewind, t.w.  Defensie te Water, Defensie te Lande, Finantie, Diplomatie en Buitenlandse zaken en  Binnenlandse zaken (Politie, Justitie, economie) geleid door een secretaris van staat, het departement van Financiën door een Thesaurier Generaal. De staatsregeling van 1805 tenslotte bepaalde in de Art. 47 - 48 dat de Staatsraad zou bestaan uit een Algemeen secretaris en de secretarissen van staat van Marine, van Oorlog, van Binnenlandse zaken, van Buitenlandse zaken en van Financiën, allen benoemd door de Raadpensionaris.

[14] Met dank aan het Instituut Collectie Nederland, dat hierbij aantekent: In 1988 is het borduurwerk van één van de zes stoelen geconserveerd door N. Cassel Veltkamp. Dit wapenborduursel heeft model gestaan bij de restauratie van de andere stoelen die in 1990 door Louise Bosschaert van nieuwe borduursels werden voorzien.

[15] Boo, J.A. de: Heraldiek in de Franse Tijd. In: Jaarboek Centraal Bureau voor Genea­logie.  Dl. 31, 1977, pp. 180-