Hubert de Vries

 

Het Staatswapen van de Nederlanden

NEDERLAND

II.  DE REPUBLIEK

III. HET KONINKRIJK

I.  DE LAGE LANDEN

HET STAATSWAPEN HEEFT BETREKKING OP DE STAATSORGANEN. ER IS DUS ALLEEN SPRAKE van een staatswapen of –symbool wanneer er ook daadwerkelijk van een staat met de daarbijbehorende regulerende oganen sprake is. Aan het eind van de 13e eeuw worden in West-Europa de aanzetten gegeven tot de ontwikkeling van deze organen die zich onderscheiden van het vorstelijk hof en de vorst zelf. Ze ontwikkelden zich uit de vorstelijke kanselarijen die in de eeuwen daarvoor steeds grotere omvang hadden aangenomen en waarvan de taken zich langzamerhand hadden uitgebreid. De ontwikkeling ervan is o.m. af te lezen aan de zegels die gebruikt werden en die dienden om beleidsstukken in de vorm van oorkondes en privileges te echten. In feite zijn deze zegels dus de alleroudste staatssymbolen in West-Europa.

            Aanvankelijk vertoonden deze zegels alleen het vorstelijke imago dat voor de souvereine vorsten bestond uit het portret van de op een troon gezeten vorst  bekleed met de tekenen van zijn bestuurlijke macht: kroon, scepter en rijksappel. Voor de vorsten die lager in de rijkshiërarchie stonden was een ruiterzegel gebruikelijk waarop de vorst stond afgebeeld als krijgsman, te paard gezeten en in volledige wapenrusting. Deze zegels zijn de symbolen van het militaire bewind dat in de meeste vorstendommen was gevestigd.

            Bij het verschijnen van het contrazegel dat diende ter echting of bekrachtiging van het vorstelijk besluit en dat werd beheerd door een staatsorgaan, verschijnt ook het staatssymbool. Dit bestaat in de dertiende eeuw uit het vorstelijke wapen gehouden door schildhouders die de rang van de vorst in de rijkshiërarchie weergeven. In de ordening van de symbolische elementen werd teruggegrepen op een rangschikking die op zijn minst teruggaat tot het Egyptische Nieuwe Rijk en de antieke rijken in Mesopotamië en vandaaruit, daar waar er sprake was van statelijke organisaties, vrijwel continu in gebruik is gebleven

            De Nederlandse gewesten bevonden zich in de Middeleeuwen steeds op het niveau van graafschappen en hertogdommen, bestuurlijke eenheden die volgens de letter door burgerlijke en militaire bewindhebbers zouden moeten worden bestuurd maar waar in de praktijk een militair bewind was gevestigd. Het rangsymbool van de bewindhebbers op dit niveau was een leeuw die kan gelden als het symbool van een militair bevelhebber van de vierde rang na de dubbele adelaar, de adelaar en de griffioen. Deze symbolen komen overeen met de Romeinse legerrangen van caesar, consul, tribuun en centurio.

 

DE BOURGONDIËRS EN DE HABSBURGERS

ZOWEL IN VLAANDEREN ALS OOK IN BRABANT VERSCHENEN IN DE 14E EEUW LEEUWEN ALS schildhouders naast het grafelijk en hertogelijk wapen dat op zichzelf ook nog steeds verwees naar de militaire rang die de graven van Vlaanderen en de hertogen van Brabant in de 12e eeuw  bekleedden.

            Bij het totstandkomen van de Bourgondische staat aan het begin van de 15e eeuw werd door Filips de Goede geheel in deze traditie verder gewerkt. Het symbool dat als staatswapen kan gelden werd het persoonlijke wapen van Filips de Goede gehouden door twee leeuwen die dus verwezen naar zijn hertogelijke en grafelijke rang in de rijkshiërarchie. Dat het bewind nog steeds in de eerste plaats militair was wordt aangegeven door het helmteken dat beschouwd kan worden als een militair distinctief in tegenstelling tot een kroon die als bestuurlijk distinctief kan gelden. In deze zin kan de wapencompositie van Filips de Goede nog gezien worden als het symbool van de Bourgondische krijgsraad die de voornaamste raad was die de hertog bij de uitvoering van zijn bewind bijstond.

 

Onder Filips de Goede kan men reeds spreken van een staatssymbool dat betrekking had op de staatsorganen, ook al stonden deze onder directe controle van de landsvorst. Voor dit onderscheid waren al onder zijn voorgangers in Vlaanderen en Brabant de grondslagen gelegd en Filips de Goede was daarvan dus niet de innovator maar hij bestendigde een traditie en ontwikkelde het onderscheid verder. Van een rijkssymbool, dat betrekking zou moeten hebben gehad op de totaliteit van de Bourgondische bezittingen is onder de Bourgondiërs echter nog geen sprake. De functie van rijkssymbool werd in die tijd vervuld door de wapens van de verschillende gebieden die ook wel gezamenlijk werden afgebeeld maar als losse elementen werden gerangschikt.

 

Terwijl van Filips de Goede slechts een wapencompositie met leeuwen als schildhouders bekend is waarin het schild is gekanteld, worden in de wapencompositie van zijn zoon Karel de Stoute de elementen symmetrisch opgesteld zodat het klassieke arrangement ontstaat. Zeer fraaie versies van deze wapencompositie staan op zijn bij Grandson door de Zwitsers buitgemaakte gouden zegelstempel en op zijn graftombe in de O.L. Vrouwekerk in Brugge. De Bourgondische vlaggen die de schildhoudende leeuwen op dit monument vasthouden worden niet bevestigd door zijn zegels en andere contemporaine bronnen.

Gouden geheimzegel van Karel de Stoute, in 1476 buitgemaakt door de Zwitsers na de slag bij Grandson. W.: ¼: 1&4: Valois; 2. 1|2 van Bourgondië en Brabant; 3. 1|2 van Bourgondië en Limburg. Hs. Vlaanderen. C.: Een lelie. O.: Van het Gulden Vlies. S.: Twee leeuwen.  L.: S CECRETUM KAROLI DUCIS BURGUNDIE LOTHARINGIE BRABANTIE LIMBURGIE LUXEMBURGIE COIT FLAD. D.: 1474. (Æ 74 mm. Het veld bezaaid met vuurslagen).

(Luzern, Staatsarchiv des Kantons Luzern.)

 

Karel de Stoute werd opgevolgd door zijn enige dochter Maria de Rijke. Deze kon wel de bestuurlijke functies uitoefenen maar niet de militaire. Evenmin stond zij nog voor Bourgondië zelf in een leenverhouding met de Franse kroon aangezien Bourgondië in 1477 door Lodewijk XI was teruggenomen. Als consequentie hiervan kon haar wapen, dat aanvankelijk niet verschilde van dat van haar vader, worden vastgehouden door één of twee engelen. Aangezien zij als vrouw ook geen hoofd van de Orde van het Gulden Vlies kon zijn ontbreekt ook de keten van deze orde om haar wapen.

            Na haar huwelijk met Maximiliaan van Habsburg in 1478 werden de wapens van Maria en Maximiliaan met elkaar gedeeld en in alliantie geplaatst. Als schildhouders dienden daarbij de engelen van Maria en de leeuwen die bij de hertogelijke waardigheid van Maximiliaan in de Lage Landen hoorden. In deze wapencompositie wordt de souvereiniteit naar het schijnt verdeeld tussen de beide echtgenoten.

 

Zegel van Justitie met de wapens van Maximiliaan van Habsburg en Maria van Bourgondië gehouden door leeuwen. Erboven een koninklijk gekroonde aanziende helm, omhooggehouden door twee engelen. (Æ 74 mm. Vredius, p. 108).

W.: Alliantie: D.: 1|2: 1. 1/5: Oostenrijk, Babenberg, Steiermark, Karinthië en Krain; 2. ¼: 1&4 Valois2. 1|2 Bourgondië en Brabant; 3. 1|2 Bourgondië en Limburg. Hs.: 1|2 Vlaanderen en Tirol. S.: 1|2: 1. 1/5: Oostenrijk, Babenberg, Steiermark, Karinthië en Krain met Hs. Tirol; 2. ¼: 1&4 Valois2. 1|2 Bourgondië en Brabant; 3. 1|2 Bourgondië en Limburg met Hs. Vlaanderen.

In deze wapencompositie worden de wapens van de souverein in de persoon van Maria van Bourgondië en van de opperbevlhebber in de persoon van Maximiliaan van Habsburg gecombineerd tot een symbool van het volledige staatsgezag. Bij de mannelijke opvolgers van Maria de Rijke in de Lage Landen werden de beide elementen steeds in één persoon verenigd zodat ook steeds slechts één wapen in de wapencompositie van de souverein staat.

 

In de wapencompositie die op haar (later gebouwde) graftombe in de O.L. Vrouwekerk in Brugge staat is deze deling verbroken en staat in de wapencompositie nog slechts één wapen dat gehouden wordt door twee engelen. Op het schild een hertogelijke kroon met met hermelijn bezette punten. Deze kroon komt overeen met de rang die Maria bekleedde als titulair hertogin van Bourgondië. Op het gezamenlijk zegel van Maximiliaan en Maria wordt deze rang genoemd in het randschrift: maximiliani et marie dei gra archiducii austrie ducii burgundie (…). Overeenkomstig daarmee staat op het contrazegel ook een aartshertogelijke kroon De kroon verschilt ook van die van Karel de Stoute die op zijn grafmonument, overeenkomend met zijn titel, een hertogshoed draagt met omgeslagen rand. 

 

Wapencompositie van Maria de Rijke op haar graftombe in de O.L.Vrouwekerk in Brugge.

 

W.: 1|2: 1. 1/5: Oostenrijk, Babenberg, Steiermark, Karinthië en Krain met Hs. Tirol; 2. ¼: 1&4 Valois. 2. 1|2 Bourgondië en Brabant; 3. 1|2 Bourgondië en Limburg met Hs. Vlaanderen. Aartshertogskroon en twee engelen als schildhouders.

Contrazegel van Maximiliaan van Oostenrijk, 1485.

 

Het wapen als voor maar met dat onderscheid dat de blazoenen van Tirol en Vlaanderen op één middeschildje zijn verenigd. In plaats van de engelen twee griffioenen, de symbolen van de aartshertogelijke rang, als schildhouders. (Vredius p. 116)

 

Gesp voor de koorkap van een misgewaad van de Orde van het Gulden Vlies, ca. 1500.

 

W.: ¼ van Lotharingen, Valois, Bourgondië en Brabant met hartschild Vlaanderen. Kroon: Aartshertogshoed. Orde: Van het Gulden Vlies.  Schildhouders: Twee leeu­wen. (Wenen, Kunsth. Museum).

 

De splitsing in het burgerlijke en het militaire bestuur die zich in de wapencomposities van Maria de Rijke en Maximiliaan van Habsburg voordoet was al eerder onder Jacoba van Beieren zichtbaar geweest en op haar zegel wordt haar wapen dan ook niet gedekt met een helm met helmteken maar wordt het vastgehouden door Maria met het Christuskind op haar arm. In de tijd van de Habsburgers raakt de versie van het staatswapen met het helmteken langzamerhand op de achtergrond, of, beter gezegd komt de versie met de kroon naar voren. Dit heeft te maken met de uitbreiding van de bestuurlijke taken en het toenemen van het gewicht van de bestuurlijke colleges zoals de Raad van State en de Staten Generaal. Aan de andere kant profileerde de landsvorst in die tijd zich steeds meer als hoogste bestuurder en steeds minder als opperbevelhebber, een taak die langzamerhand steeds meer aan anderen, zoals aan de admiraal generaal en de kapitein generaal werd gedelegeerd.

            In de eerste jaren van het bewind van Karel V komt er een wapencompositie voor dat bestaat uit een kwartilering van het bovenbeschreven wapen van Filips de Schone met de kwartieren van Spanje waarvan Karel V koning was geworden. Het schild wordt dan gedekt met een koninklijke kroon en gehouden door een leeuw en een griffioen.  In zijn latere regeerperiode, als hij keizer is geworden, gebruikt hij voor de Nederlanden een wapen gedekt met een keizerskroon en gehouden door twee leeuwen.  Ditzelfde arrangement zien we ook verschijnen onder zijn zoon Filips II die zijn wapen, geplaatst op een Bourgondisch kruis liet houden door twee leeuwen en dekte met de koninklijke kroon.

 

                   

Het Keizerlijk Wapen voor de Nederlanden.

 

Contrazegel van Karel V voor Brabant: W.: Goud, een zwarte dubbele genimbeerde adelaar met borstschild: ½: 1. 1|2 1. ¼ Castilië en Leon met ingedreven spits Granada; 2. 1|2 Aragon en Sicilië-Trinacria; 2. ¼ Lotharingen, Bourgondië Nieuw, Bourgondië Oud, Brabant met Hs. 1|2 Vlaanderen en Tirol. Keizerlijke Kroon en Orde G.V.. Gehouden door twee aanzien­de leeuwen en met het devies plus oultre. L.: CONTRA S CAROLI[Z IMP PRO DUCATIB LOTHARINGII BRABAN LIMBVRGII ZC. D.: 1524-1555. [1])

 

 

Wapencompositie van Filips II in de Nederlanden.[2])

 

W.: Doorsneden: 1. Voor Spanje: 1|2: 1. ¼ van Castilië en Leon; 2. 1|2 van Aragon en Sicilië; 2. Voor de Nederlanden: ¼: 1. Neder Lotharingen; 2. Valois; 3. Bourgondië; 4. Brabant. Hs: 1|2 van Vlaanderen en Tirol.

Kroon: Een koninklijke kroon.

Orde: Van het Gulden Vlies.

Schildhouders: Het schild geplaatst op een Bourgondisch kruis en gehouden door twee leeuwen.

 

            Deze ontwikkeling loopt parallel met de splitsing van het wapen van de souverein in een wapen met een helmteken en een wapen met een kroon die langzamerhand in de 13e eeuw op gang komt maar zich in de 15e en 16e eeuw ontwikkeld. In de 17e eeuw verdwijnt de versie met het helmteken van het wapen van de souverein zelfs vrijwel geheel.

 

Het staatswapen heeft zich in de loop van de eeuwen in principe nauwelijks meer verder ontwikkeld want het bestond steeds uit het symbool van de vorst of de instantie die in zijn plaats trad, gedekt door de kroon die de bestuurlijke rang in de rijkshiërarchie weergaf  en de leeuwen die de rang in de militaire hiërachie van het rijk symboliseerden.

 

 

© Hubert de Vries, 2006.05.26



[1] Tourneur-Nicodème, Mariette: Les Sceaux de Charles Quint pour le Brabant In: Revue Belge de Numismatique et de Sigillographie, 1960, pp. 307-310. Pl. XVI-XVII.

[2]  Zoals op het titelblad van de Ban van Willem van Oranje.