Heraldische Studies
1
DE
DEFINITIEKWESTIE.
Zodra men zich min of meer wetenschappelijk met
het wapenwezen is gaan bezighouden is men begonnen om definities van het begrip
"wapen" en het daarmee nauw samenhangende begrip
"wapenwezen" op te stellen.
Zoals te verwachten bepalen deze definities wel een aandachtsveld
waarbinnen de begrippen zeker een plaats hebben, maar zijn zij dan weer te
algemeen, dan weer te exclusief om de begrippen en hun implicaties nauwkeurig
te vatten. Toch geven zij vaak in voldoende mate aan waarover we het ongeveer
hebben wanneer we de termen gebruiken. Het lijkt daarom zinvol om te beginnen
met een opsomming van enkele definities die tot nu toe zijn opgesteld.
I. Definities
Een vroege definitie van wapen en heraldiek is te
vinden in de encyclopedie van Diderot en d' Alembert uit het midden van de 18e
eeuw. [1])
heraldique, (Art.) C' est la science du blason.[...] Il n' y
a pas une seule brochure sur l'art de faire des chemises, des bas, des
souliers, du pain [....] tandis que la librairie est inondée de livres sur la
science vaine & ridicule des armoiries.
Blason,
s. m. scutum gentilitium, pieces & meubles qui entrent dans l' écu,
lesquelles représentent les belles actions & la noblesse de ceux qui ont
droit de les porter.
armoiries (Blason.) marques de noblesse & de
dignité, composé régulièrement de certaines figures & dé'maux, données ou
autorisées par les Souverains, pour la distinction des personnes & des maisons.
De 1ste editie van de Encyclopædia Brittannica (1771)
meent:
Heraldry, is the art of armory and blazoning; or the knowledge of what relates
to the bearing of arms, and the laws and regulations thereof.
Arms, or Armories,
are marks of dignity and honour,
regularly composed of certain figures and colours, given or authorized by
sovereigns, and borne in banners, shields, coats, &c. for the distinction
of persons, families, and states, and passing by descent to posterity.
They
are called arms, in regard they are borne principally on the buckler,
cuirasse, banners, and other apparatus of war; and coats of arms, coat-armour,
&c because anciently embroidered on a cloak or habit, worn by the ancient
knights over their arms, both in war and at tournaments, and still borne by the
heralds at arms.
Christian Bernd schrijft in het midden van de 19e
eeuw [2]):
§ 1. Die Wappenwissenschaft lehrt Ürsprung, Zweck,
Alter und Veränderung des Wappenwesens kennen, und begreift die Grundsätze.
Lehren und Regeln in sich, welche bei den Wappen zu Grunde gelegt sind, und
nach welchen sie zu beschreiben, zu erklären, zu beurtheilen, zu entwerfen,
auszuführen, un anzuwenden sind.
§ 2. Die Wappen selbst aber sind allerlei
bestimmte Zeichen und Bilder zur Kennzeichnung (Auszeichnung) und
Unterscheidung sowohl einzelner Personen und Familien, als auch ganzer Körperschaften,
Städte und Länder d.h. ihrer Bewohner als ein Ganzes zusammengenommen.
Ursprünglich auf dem Schilde, der zum Schutz hauptsachlich dienenden Waffe,
dargestellt - daher der Name der Sache selbst, indem wappnen und waffnen
dasselbe sagt - werden die Wappen auf einen Schild vorstellende Fläche
abgebildet.
§ 3. Ursprung, Bildung und Gebrauch der Wappen
reicht bis in die frühesten Zeiten hinauf, ohne das man bestimmt sagen kann,
bei welchem Volke unsern Wappen Aehnliches und Vorangegangenes zuerst in
Gebrauch kam; und aus dem Altherthume, besonders von den Griechen und Römern,
überkam das Mittelalter ein Wappenwesen, noch meist als eine Sache der Willkür,
welches demselben bei den Turnspielen dienstlich, durch die Kreuzzüge und das
Lehenwesen besonders begünstigt, befördert und verbreitet wurde, so daß auch
Geistliche und Frauen Wappen führten, daß Wappen auf Denkmählern aller Art und
sonst noch vielfach angewendet, und bei verschiedenen Gelegenheiten von Königen
und Fürsten an solche, die noch keins hatten verliehen wurden. Ueberall
bediente man sich dabei der Herolde, durch welche das Wappenwesen nach und nach
mehr ausgebildet und geregelt wurde. So der neueren Zeit überliefert, wurde es
nach bestimmteren und festeren Regeln geordnet und erhielt seine jetzige
Gestalt.
Een interessante reeks definities geeft Gustav
Seyler in zijn empirisch opgezette werk "Geschichte der Heraldik"
(Nürnberg, 1890, p. 65):
"Ein
den späteren Wappen äusserlich durchaus entsprechender, daher als wappenmässig
zu bezeichnender Schmuck der Rüstung tritt uns in der deutschen Literatur schon
Mitte des 12. Jahrhunderts als ein vollkommen eingebürgerter Brauch
entgegen."
Het
systeem van "Wappenmässig zu bezeichnender Schmuck der Rüstung"
blijkt hij in het voorwoord (p.III) "Wappenwesen" te noemen waarbij
hij en passant opnieuw een impliciete definitie geeft van het begrip
"wapen":
"Das
Wort "Wappen" ist so ausschliesslich der terminus technicus zur
specifischen Bezeichnung einer erscheinung der Culturgeschichte des
Mittelalters, dass (&c)".
Duidelijker is
Arthur Charles Fox-Davies in "The Art of Heraldry" (1904) waar hij
schrijft:
"Armory is that science of
which the rules and the laws governing the use, display, meaning, and knowledge
of the pictured signs and emblems, appertaining to shield, helmet, or banner.
Heraldry has a wider meaning, for it comprises everything within the duties of
a herald; and whilst Armory is undoubted Heraldry, the regulation of
ceremonials and matters of pedigree, which are also within the scope of
Heraldry, most decidedly are not Armory."
Een goede
definitie gaf Charles Boutell in zijn "The Handbook to English
Heraldry" (London, 1914):
"The Heraldry or Armory of
England, an honourable and honoured member of the illustrious family of
mediaeval European Heraldry, may be defined as a symbolical and pictorial
language, in which figures, devices, and colours are employed instead of
letters. Each heraldic composition has its own definite and complete
significance, conveyed through its direct connection with some particular
individual, family, dignity or office. Every such heraldic composition, also,
is a true legal posession, held and maintained by an express right and title:
and it is hereditary, like other real property, in accordance with certain laws
and precedents of inheritance. But in this respect heraldic insignia are
singular and unlike other property, inasmuch as it is a general rule that they
cannot be alienated, exchanged, or transferred otherwise than by inheritance or
other lawful sucession."
Anthony Wagner
zegt in "Heralds and Heraldry" (p.12): "Heraldry is the systematic
use of hereditary devices centred on the shield". En later in "Historic Heraldry of
Britain" (1939 pp. 14-15):
"Heraldry in the large sense is
the whole duty of Heralds, not merely that part of it which relates to the
bearing of Arms, to which this name is commonly given."
"It (a coat of arms) is a
personal and hereditary device whose nature is determined by the tapering form
of the shield on which it is most characteristically displayed."
Recentere definities zijn:
De nieuwste editie van de Encyclopaedia Brittanica
geeft:
"Heraldry
is the science and art that deals with hereditary symbols employed to
distinguish individuals, institutions, and corporations. These symbols, which
probably originated as identification devices on shields, are called armorial
bearings. Heraldry treats of their use, display, and regulation."
Michel
Pastoureau in "Traité d'Heraldique" (Paris, 1973):
"Apparues au milieu du XII
siecle pour des raisons militaires - reconnaitre les combattants sur les champs
de bataille et de tournoi -, les armoiries peuvent se définir comme "des
emblemes en couleurs, propres a un individu ou un groupe d'individus, et soumis
dans leur composition a certaines regles qui sont celles du blason". en
hij voegt hier nog aan toe:
"C'est essentiellement
l'existence de ces regles, peu nombreuses mais fortement prescriptives, qui
differencie le systeme heraldique europeen de tous les autres systemes
emblematiques, anterieurs ou posterieurs."
Werkend in de duitse traditie geeft ook Ottfried
Neubecker de definitie van "wapen". Hij begint zijn boek
"Heraldiek, Bronnen, Symbolen en Betekenis" (Amsterdam, 1977) met de
constatering: "Er is een tijd geweest waarin een ieder wist wat een
heraldisch wapen was", maar verzuimt vervolgens te vertellen wat dat dan
wel was. Niettegenstaande geeft hij een soort functionele definitie waar hij
schrijft: "Wapens vertegenwoordigen personen of groepen van personen alsof
ze het zelf waren. De aanwezigheid van een wapen fungeert als plaatsvervanger
van de persoon, zelfs na zijn dood."
Een
wapen moet aan bepaalde regels voldoen:
"Een
wapenafbeelding moet men zich kunnen voorstellen op onderdelen van middeleeuwse
wapenrustingen, in het bijzonder op een strijdschild."
Ook
de wapenafbeelding moet voldoen aan bepaalde regels:
"Een
van de hoofdregels is dus de kleurregel dat men geen metaal op metaal, noch
kleur op kleur mag gebruiken.
Vervolgens
definieert hij heraldiek als volgt:
"Alles
wat met wapens samenhangt noemen wij (derhalve) "heraldisch" en het
gehele complex van wapenkunde en wapenkunst heet heraldiek."
II.a. Wapens.
Wat is nu precies een wapen?
Uit
de eerder gegeven, door verschillende auteurs opgestelde definities kunnen we
opmaken wat zij onder een wapen verstaan:
Diderot et d'Alembert (1751) en Brittannica
(1771):
Wapens
zijn waardigheids- en eretekenen.
Bernd:
Wapens zijn allerlei bepaalde tekens en beelden ter
onderscheid.
Seyler:
Het
wapen is een verschijning in de cultuurgeschiedenis van de Middeleeuwen (en met
de beschrijving van deze verschijning houdt hij zich in de volgende 872
bladzijden bezig, waarmee het begrip gedefinieerd moet zijn).
Fox
Davies:
Een
wapen is een afbeelding van een teken of embleem dat op een schild, helm of
banier staat.
Boutell:
Ieder
wapen (= heraldic composition) heeft zijn eigen bijzondere en volledige
betekenis, bepaald door zijn directe betrekking op een bepaald persoon, een
bepaalde familie, waardigheid of ambt.
Anthony
Wagner:
Een
wapen is een erfelijk teken met betrekking tot een schild.
Pama:
„Wapens.
Definitie: wapens zijn erfelijke, of in wezen onveranderlijke, gekleurde onderscheidingstekens,
die hun oorsprong vinden in de laat-middeleeuwse manier van bewapening.”
Brittanica:
Een
wapen is een erfelijk symbool dat gebruikt wordt om individuen, instellingen
en rechtspersonen te onderscheiden.
Pastoureau:
Een
wapen is een embleem in kleur van een individu of een groep individuen, in zijn
vorm onderworpen aan zekere regels, nl. de regels van de wapenbeschrijving.
Neubecker:
Een
wapen is een symbool van een persoon of een groep in een aan de middeleeuwse wapenrusting
ontleende vorm dat aan bepaalde kleurregels moet voldoen.
Het lijkt erop dat deze definities voornamelijk
ontsproten zijn aan het historische denkraam in de negentiende eeuw.
Het
is daarom misschien nuttig om bij de betekenis van het woord te beginnen om tot
een redelijke definitie van het begrip te komen.
In verschillende talen wordt in het woord dat we
steeds moeten vertalen met „wapen” niettemin het accent anders gelegd. Zo
spreekt men in het germaanse taalgebied van „wapen” wat een vertaling is van de
franse term „armoiries” en wat verwijst naar het behoren tot de wapenrusting ofwel
de kleding en uitrusting van krijgslieden. Tot deze categorie hoort dus het
engelse woord “arms”, en “coat of arms” (lett.: wapenkleed) en het duitse woord
„Wappen”, deens „vaaben”, zweeds „vapnet”, maar ook het portugese woord „armas”
of „brazao”.
In
andere talen wordt het accent verlegd naar een bepaald onderdeel van de
wapenrusting, nl. het schild. Hiertoe behoren het spaans met "escudo"
(de armas) en het ijslands met "skjald".
In
de talen waar het begrip relatief laat werd geintroduceerd omschrijft men het
als "erfenis" ofwel als symbool van een erfenis. Dit is het geval in
het slavische taalgebied waar het woord voor wapen is afgeleid van het duitse
"Erbe" (erfenis). Hiertoe behoren het poolse "herb", het
bulgaarse "gerb", servo-kroatisch "grb" en het russisch
"gerb".
De
betekenis van „symbool van een erfenis” verschilt wezenlijk van de betekenis
van „erfelijk symbool” die men in de bovenstaande definities gewoonlijk aan de
term „wapen” geeft. De reden van deze semantische verschuiving moet men
waarschijnlijk zoeken in de preoccupatie met afstamming in de negentiende eeuw
waardoor men het wapenwezen als aspect van de afstammingsleer ging beschouwen.
Hierdoor kwam ook de combinatie „Heraldiek en Genealogie” als aparte hulpwetenschap
van de geschiedenis tot stand.
De
italiaanse en roemeense termen verwijzen naar een rang. De woorden „stemma” en
„stema” zijn afgeleid van het griekse woord „stemma” dat „kroon” betekent.
Kronen waren in Byzantium een belangrijk rangonderscheidingsteken en de nauwe
verbindingen van de Balkan en Italië met Byzantium zullen zeker een rol
gespeeld hebben bij de naamskeuze voor het verschijnsel.
Tenslotte
gaat in het hongaars de belangstelling uit naar het bijteken als voornaamste
onderscheidingsteken. Het woord voor wapen „czimer” is daar afgeleid van het
franse woord „cimier” dat „helmteken” betekent (deze term is dus verwant aan
het italiaanse spraakgebruik).
De
termen in de verschillende talen geven dus een aantal belangrijke kenmerken aan
die in sommige gevallen bij het opstellen van definities van het begrip over
het hoofd zijn gezien of verkeerd zijn geinterpreteerd:
a. het wapen is een onderdeel van de wapenrusting,
het is i.h.b. een schild.
b. het wapen is het symbool van een erfenis.
c. het wapen is een onderscheidingsteken.
Al
bij de analyse van de woorden blijkt dat we bij het wapenwezen met belangrijke
regionale verschillen in uitwerking te maken zullen krijgen en verder dat deze
woorden ook van toepassing kunnen zijn in allerlei andere tijden en plaatsen
buiten of aan de rand van het europese cultuurgebied waar het ontstaan en de
ontwikkeling van het wapenwezen gewoonlijk wordt gelokaliseerd.
De zeer belangrijke conclusie die we uit de
historische terminologie kunnen trekken is dat het wapen in wezen de drager
klasseert nl. a. als krijgsman, b. als bezitter van een overdraagbare kwaliteit, en c. ten opzichte van anderen.
Het voertuig van deze klassificatie is steeds een
embleem dat aan de krijgsmacht refereert.
Aangezien deze klassificaties elkaar in de tijd
opvolgen kan de ontwikkeling van het (heraldische) wapen worden vastgesteld van
een krijgsembleem naar een embleem in schildvorm. De bestudering van het ontstaan en de
ontwikkeling van heraldische wapens moet zich daarom noodzakelijkerwijs tussen
deze twee polen van de ontwikkelingsgang afspelen.
II.b.
Wapenwezen.
Op dezelfde manier is na te gaan wat men in de
wetenschap onder wapenwezen verstaat:
Bernd:
Wapenwezen is wat de wapenwetenschap bestudeerd.
Seyler:
Het
wapenwezen is het systeem van "Wappenmässig zu bezeichnender Schmuck der
Rüstung".
Anthony
Wagner:
Het
wapenwezen ("heraldry") is het systematische gebruik van wapens.
Broughton geeft:
Heraldry, system of personal
symbolism following certain rules (Broughton, 1926 p. 239). Hiermee is duidelijk een definitie van wapenwezen
bedoeld en "heraldry" moet hier dus met "wapenwezen" worden
vertaald.
Pastoureau:
Het
wapenwezen (système heraldique) is een systeem van symbolen dat specifiek is
voor Europa.
Neubecker:
Het
wapenwezen is alles wat met wapens samenhangt.
Uit de bovenstaande definities is op te maken dat
met „wapenwezen” ongeveer het systeem wordt bedoeld waarin wapens kunnen
worden ondergebracht.
II.c.
Heraldiek
Hetzelfde met betrekking tot de term „heraldiek”:
Diderot en d'Alembert (1751):
Heraldiek
is een ijdele en belachelijke wetenschap.
Brittannica
(1771):
Heraldry is the art of
armory and blazoning.
Fox-Davies:
Heraldiek
is de wetenschap van de regels die gelden voor het samenstellen van een wapen.
Een
soortgelijke definitie geeft ook C. Pama nog in zijn "Heraldiek en
Genealogie" (Spectrum, 1969):
"Heraldiek.
Wetenschap die het ontstaan, de ontwikkeling, het gebruik, het recht, de reglementering
en de beschrijving van wapens bestudeert. De heraldiek beschouwd als kunst,
heeft als doel de weergave of voorstelling van de wapens, en dat met de
gegevens door de wetenschap ter beschikking gesteld."
Wagner:
Heraldiek
is de wetenschap die zich bezighoudt met wapens.
Neubecker:
Heraldiek
is het complex van wapenkunde en wapenkunst.
Terwijl men dus in detail van mening verschilt
over wat onder wapen of wapenwezen moet worden verstaan, schijnt men het er
over eens te zijn wat heraldiek is, nl. de wetenschap die zich met wapens
bemoeit, ofwel wapenkunde.
Een
enkeling (Wagner) geeft „heraldiek” de betekenis van „dat wat een heraut doet”.
Het woord „heraldiek” is dan ook aan „heraut” ontleend. Een heraut was een
functionaris aan de middeleeuwse vorstenhoven die belast was met een veelheid
van diplomatieke taken, in het bijzonder met het overbrengen van berichten en
het verzamelen van gegevens over de relaties van de vorst. Hierbij behoorde ook
het opstellen van lijsten van wapenbeschrijvingen en afbeeldingen. Een groot gedeelte
van deze taken werd later overgenomen door gespecialiseerde afdelingen van de
vorstelijke kanselarijen. De wapenregistratie was een van de weinige taken die
de heraut tenslotte nog overbleef. Inmiddels heeft de heraldiek zich in de
negentiende eeuw tot een hulpwetenschap van de geschiedenis ontwikkeld. Een
overzicht van het ontstaan en de evolutie van de heraldiek tot een hulpwetenschap
valt buiten het kader van deze studie.
III
Analyse en Kritiek
Waar de definties van „wapen” en „wapenwezen” in overeenstemmen
is dat ze deze begrippen beschouwen als historische categorien. Het zijn m.a.w.
verschijnselen die hun plaats hebben in een tijdperk en in historische termen
beschreven kunnen worden. Wapens hebben een symbolische waarde, worden door
historische maatschappelijke groeperingen gevoerd, passen in een historisch
bepaald systeem en maken deel uit van het cultuurhistorisch erfgoed.
Hoewel
de verschijnselen „wapen” en „wapenwezen” in de wetenschap worden beschreven
als een aaneenrijing van historische gebeurtenissen ontbreekt in de definities
het ontwikkelingsaspect. Zij proberen in een enkele zin ruim zevenhonderd jaar
geschiedenis op dat vlak te omvatten alsof het verschijnsel „wapen” in die tijd
nimmer van vorm en inhoud veranderd is. In feite is het wapenwezen juist door
de ontwikkeling die het heeft doorgemaakt zo moeilijk te definieren zodat men
zijn toevlucht moet nemen tot een definitie die zo ruim is dat ze vrijwel
nietszeggend wordt, of zo specifiek dat niet alle ontwikkelingsfasen van het
verschijnsel er onder vallen.
Zo
is het wel waar dat wapens door bepaalde maatschappelijke groeperingen zijn
gevoerd maar is het niet waar dat dit altijd dezelfde zijn geweest, zoals bv.
in de Brittanica wordt gesuggereerd: individuen, instellingen en rechtpersonen.
Integendeel heeft het wapenwezen zich, blijkbaar niet zonder weerstand,
verspreid van de krijgslieden naar andere maatschappelijke categorien en ging
zich tenslotte over het gehele maatschappelijke spectrum uitstrekken.
Eveneens
is waar dat het wapenwezen aan bepaalde regels voldoet zonder welke er niet van
een systeem of orde sprake zou kunnen zijn.
Met
de beperking van het begrip „wapen” tot de combinatie van symbool en schild,
wordt echter geen recht gedaan aan het feit dat ook de elementen die later
rondom het schild werden aangebracht onmiskenbaar een heraldisch karakter
hebben. De definitie van Wagner die daar wel rekening mee houdt, laat weer geen
ruimte voor de vele in een heraldische traditie samengestelde afbeeldingen
waarin het schild als beelddrager is weggelaten. Ook deze ontwikkeling is in de
defintie niet terug te vinden. Het handhaven van de metaal-kleurregel als
bepalend lijkt in dit verband ook al niet zinvol.
Tenslotte
is het zeker waar dat wapens van generatie op generatie zijn doorgegeven. Er
zijn daarbij echter nog andere middelen gebruikt dan het erfrecht. Zo werden
veel wapens, voor zover verbonden met een titel, gevoerd wanneer om wat voor
reden dan ook op de titel aanspraak werd gemaakt. Hierbij was afstamming zeker
vaak een argument maar zeker niet altijd het doorslaggevende. Bij instellingen
en rechtspersonen kan verder alleen maar sprake zijn van „rechtsopvolging”.
De continuiteit van ieder afzonderlijk wapenbeeld is daarbij groter dan het
geheel waarin het een plaats vindt. Dit wordt veroorzaakt door de kunstgrepen
van de nevenstelling en het breken van wapens. Hiermee werden, in een later
stadium, de expressiemogelijkheden van het wapenwezen vergroot doordat een
totaal van aanpraken kon worden verbeeld en een familierelatie kon worden
uitgedrukt. Hierdoor kregen veel wapens juist een individueel karakter waarvan
de overdraagbaarheid van de onderdelen slechts een aspect vormt.
Een
belangrijk deel van de moeilijkheden met het erfelijkheidsaspect in het
wapenwezen wordt veroorzaakt door de eerder gesignaleerde semantische
verschuiving van „symbool van een erfenis” naar „erfelijk symbool”. Want
terwijl in het eerste geval het symbool gelijk met het goed wordt overgedragen,
is het voertuig waarmee het wapen in het tweede geval wordt overgedragen de afstamming
en dit is in allerlei andere voorkomende situaties waarin helemaal niet van
afstamming gesproken kan worden, niet bruikbaar. Begrijpelijk is de semantische
verschuiving overigens wel omdat er in de negentiende eeuw van het goed waarvan
het wapen oorspronkelijk het symbool was, nl. het leengoed, door de
ontwikkelingen in de bezitsverhoudingen helemaal geen sprake meer was. In feite
ging het wapen dan ook niet veel anders meer voorstellen dan het behoren tot
een verwantengroep die immers niet meer in het bezit was van een
onvervreemdbaar, want erfelijk, leengoed.
Het lijkt erop dat behalve herauten
eigenlijk uitsluitend historici zich met het wapenwezen hebben beziggehouden
en het is daarom niet voor niets dat deze wordt beschouwd als een hulpwetenschap
van de geschiedenis. De definities die zij hebben opgesteld om het verschijnsel
te vatten lijken eerder toepasbaar op bepaalde periodes waarin het verschijnsel
zich tot een min of meer overzichtelijke vorm had uitgekristalliseerd of op
een ontwikkelingsfase waarin het verschijnsel zich bevond. Het hing er daarom
maar vanaf op welke periode of fase men zich concentreerde hoe het
verschijnsel werd gedefinieerd. Hierbij schijnt men altijd uitgegaan te zijn
van de (grafische) vorm waarin het wapenwezen zich aan ons voordoet. In de
meeste beschrijvingen ontbreken zelden het helmteken (vnl. ontwikkeld
vanaf het midden van de 13e eeuw), de schildhouders (eind 13e eeuw), kronen (eind 13e eeuw), deviezen en ordetekenen (15e eeuw), wapenmantels en kransen (17e eeuw). Hieruit kan men dan een algemeen
beeld van de heraldiek opmaken.
Het
lijkt er in dit verband niet op dat men zich afgevraagd heeft waar het systeem
eigenlijk toe diende of, wat de maatschappelijke functie van het systeem,
waaraan toch veel aandacht is besteed om het tot stand te brengen en dat lange
tijd een in het oog lopende plaats in de samenleving innam, zou kunnen zijn.
[1])
Encyclopédie ou dictionnaire
raisonné des Sciences, des Arts et des Métiers. L’.
Diderot et D’Alembert. Paris, 1751 -1765. Repr. New York 1969. Kol. T. II, 142, T.I. 278 & 698, App.
kol. 908 e.v.
[2]
) Bernd, Christian
Samuel Theodor: Die Hauptstücke der Wappenwissenschaft & Die Allgemeine Wappenwissenschaft
in Lehre und Anwendung. Bonn, 1849, pp. 2-4.